Straffeloosheid voor de hele groene keten

Er is deze week weer opmerkelijk nieuws te melden. Rechters laten zich niet langer voor het karretje van Opstelten spannen en bestraffen geen cannabistelers en coffeeshophouders die op verantwoorde wijze hun werk doen.

Telen wordt niet altijd gestraft

In Groningen is met een uitgebreide motivering uitgemaakt dat twee telers schuldig zijn aan het telen van cannabis, maar hiervoor niet worden gestraft. Dat is mooi. Deze telers hebben naar de politie, de belastingdienst en het openbaar ministerie altijd openheid van zaken gegeven dat zij zich bezig hielden met hennepteelt. Elektriciteit werd keurig betaald en de telers genoten geen uitkering. Kortom: er werd op verantwoorde wijze cannabis geteeld zonder de in de praktijk vaak voorkomende bijkomende strafbare feiten, zoals illegaal aftappen van elektriciteit en uitkeringsfraude. De inkomsten uit de cannabisteelt werden integraal opgegeven bij de belastingdienst. De teelt geschiedde op biologisch verantwoorde wijze en de cannabis werd uitsluitend geteeld voor de verkoop in twee Groningse coffeeshops. Er werd dus niet geteeld voor export of iets dergelijks. Een mooier plaatje kun je je niet voorstellen.

 

Voortschrijdend inzicht bij rechters over bevoorrading coffeeshops

 

Een tweede memorabele uitspraak deed gisteren de rechtbank in Amsterdam. In deze zaak ontmaskerde de rechterlijke macht de hypocrisie van het gedoogbeleid op dezelfde wijze als hun Groningse collegae deden. In Amsterdam werd een oordeel geveld over een coffeeshophouder waarvan bewezen was dat hij maar liefst 102 kilo cannabis en bijna 5.500 joints in huis had. Dat is een forse hoeveelheid voor de gemiddelde togadrager. Deze voorraden waren bestemd voor de verkoop in één van de grootste coffeeshops in de wijde omtrek. Ik heb het om precies te zijn over coffeeshop Superfly in Hoofddorp. De grootste en enige speler in de markt van de Haarlemmermeer waar 165.000 mensen wonen.

Ook in deze zaak werd betoogd dat een voorraad nou eenmaal noodzakelijk is voor het functioneren van het gedoogbeleid. De Amsterdamse rechters toonden veel begrip en verklaarden de verdachte schuldig, maar legden geen straf op. Artikel 9a Wetboek van Strafrecht heet dat juridisch.

In deze, door mij en mijn Rotterdamse collega Ilonka Kamans voorbereide en door Ilonka Kamans bepleite zaak, is voor de eerste keer in de geschiedenis van het gedoogbeleid door de rechter uitgemaakt dat een coffeeshophouder een zeer grote voorraad in huis mag hebben zonder gestraft te worden. Die grote voorraad was nodig omdat hij een uitgebreid assortiment softdrugs aanbiedt aan een breed publiek en sommige soorten zomergroente nou eenmaal maar één keer per jaar leverbaar zijn. Om het ‘upscale’ karakter van de coffeeshop te behouden moet je die ene keer per jaar een grote hoeveelheid inkopen. Zo zit het nou eenmaal en dat weten coffeeshophouders die kwaliteitsproducten leveren maar al te goed.

Deze ‘business filosofie’ van de ondernemer vond een gewillig oor bij de rechtbank en werd niet strafwaardig bevonden. Dat betekent voor de goede orde dat de dagelijkse praktijk van cannabisondernemers die kwaliteitsproducten leveren en daarvoor grote voorraden moeten aanleggen voortaan kunnen rekenen op rechterlijke goedkeuring.

Het opmerkelijke aan de Amsterdamse uitspraak is dat de rechtbank met zoveel woorden de wetgever een veeg uit de pan geeft door te stellen dat deze in gebreke is gebleven door de aanvoer van cannabis via de achterdeur niet te regelen. De wetgever is aan zet en de rechter straft het hypocriete beleid af door juist niet te straffen. Deze overweging is een regelrechte en niet eerder vertoonde provocatie van de rechterlijke macht aan de wetgever. De timing is perfect: dit verwijt maakt de rechterlijke macht nota bene op exact dezelfde dag dat minister Opstelten tijdens het debat over het vastgelopen softdrugsbeleid in de Tweede Kamer voor de zoveelste keer met nietszeggend gebrom om de groene tuin leidt.

De essentie van de Groningse en Amsterdamse benadering van gisteren is nou precies wat de Transparante Keten voorstaat: een gesloten controleerbaar systeem van teelt tot verkoop. De rechters zien deze transparante keten als dé oplossing, zo bleek gisteren.

De Transparante Keten is een initiatief van een aantal slimme coffeeshophouders, die zich ten doel heeft gesteld een gesloten keten te creëren van teelt tot verkoop. Hiermee wordt criminaliteit voorkomen, kan kwaliteit worden geleverd, kunnen vele honderden miljoenen belastingen worden afgedragen en kunnen coffeeshops met een transparante geld- en goederenstroom op reguliere wijze worden bevoorraad.

Art. 9a van het Wetboek van Strafrecht is juridisch jargon voor schuldig verklaren zonder straf op te leggen, een rechterlijk pardon dat wordt gebruikt als bijvoorbeeld sprake is van geringe ernst van het feit of als straffen elk doel mist vanwege dramatische persoonlijke omstandigheden van de verdachte (bijvoorbeeld een ongeneeslijke ziekte). Art. 9a Strafrecht is dus geen straf, maar geeft uiting aan gevoelens van rechterlijke barmhartigheid als een vrijspraak op juridische gronden niet aan de orde is.

Op één dag twee keer rechterlijke goedkeuring voor de onvermijdelijke aanvoer van cannabis, die nou eenmaal inherent is aan de gedoogde cannabusiness. Het recht is nog nooit zo groen geweest.

Ten slotte dit:

Als laatste nieuwtje kan ik verklappen dat de 15 % THC maatregel voorlopig niet wordt ingevoerd. Dit is besloten n.a.v. de debatten van de deskundigen in de vaste Kamercommissie van VWS waar ik eerder deze maand ook een duit in het zakje mocht doen. Naar nut en noodzaak van deze THC maatregel wordt vanwege alle aangevoerde bezwaren de komende tijd uitvoerig nader onderzoek gedaan. Van uitstel komt afstel. Mooi.

 

Amsterdam, 17 oktober 2014