De struisvogelpolitiek van de minister
Door Maurice Veldman | 21-01-2016
Vorige week beantwoordde de minister van Justitie en Veiligheid Van der Steur Kamervragen van de SP n.a.v. een uitspraak van een cliënt van me die in een interview over de problematiek van de achterdeur van coffeeshops had opgemerkt: ‘En dan sta je daar weer met 50.000€ cash in de hand’. In dat interview ging het om de problematische inkoop waar een goed lopende coffeeshop dagelijks mee kampt. De coffeeshophouder in kwestie deed een noodoproep waarin hij de discussie over de achterdeur wilde aanwakkeren. Immers, als steeds meer coffeeshops moeten sluiten neemt de handel bij de resterende coffeeshops navenant toe. Binnen die realiteit is de 500 gramsregeling van bijna 40 jaar geleden dringend aan revisie toe. Maar zoals te verwachten viel, gaf de minister ook nu weer geen krimp.
Struisvogelpolitiek
De antwoorden van de minister waren helaas weer een demonstratie van struisvogelpolitiek. Hij weigert de realiteit onder ogen te zien van de consequenties van het rigoreuze sluitingsbeleid van zijn voorganger Opstelten en draait steeds weer om de hete brij. Degenen die hoopten dat er eindelijk schot zou komen in de discussie over de achterdeur blijken dat ook met deze minister wel op hun buik te kunnen schrijven. Daarnaast wordt aan de hand van zijn antwoorden ook duidelijk dat er nog heel veel onwetendheid heerst binnen de burelen van het ministerie van V en J over wat er nu werkelijk aan de hand is.
Geen oplossing voor de achterdeur
De minister legt in zijn antwoord uit dat de coffeeshophouder verantwoordelijk is voor de naleving van gedoogvoorwaarden en hij zijn bedrijfsvoering hierop moet aanpassen. Maar hij weet heel goed dat het onmogelijk is je aan de wet te houden als deze de aanvoer juist verbiedt en de politiek weigert deze aanvoer wettelijk te regelen. Daar ging die uitspraak over 50.000€ cash juist over.
De voorganger van deze minister eiste o.a. van de burgemeester van Amsterdam dat er met gezwinde spoed tientallen coffeeshops moesten sluiten. Vanzelfsprekend hou je dan steeds groter wordende coffeeshops over. Als deze bedrijven de hele dag cannabis mogen verkopen van de overheid dan moeten de schappen worden gevuld, zo moeilijk is dat niet.
Contact coffeeshop en wietteler
Uit zijn antwoord blijkt zonneklaar dat de minister niet in discussie wil over de achterdeur. Hij legt uit dat contacten tussen een coffeeshopexploitant en een wietteler ‘niet per definitie’ wijzen op het bestaan van een criminele organisatie. Dat is bij de huidige stand van zaken in de jurisprudentie een open deur.
In de Checkpoint-zaak bestond het vermoeden dat de eigenaar contacten onderhield met grote criminele organisaties die op grote schaal cannabis kweekten. Dit vanwege de grote hoeveelheden cannabis die in Checkpoint dagelijks werden verkocht. Na een langdurig politieonderzoek bleek het tegendeel het geval: de eigenaar had in het geheel geen contact met criminele organisaties en haalde de wiet bij kleine telers.
Geen registratie van omstandigheden bij softdrugsdelicten
De minister schrijft verder dat er geen specifieke omstandigheden worden opgenomen bij de registratie van softdrugsdelicten. Dat is onjuist, het is precies bekend hoe vaak vorig jaar een rechterlijk pardon is uitgesproken bij de vervolging van coffeeshopexploitanten. Ook wordt bij aan coffeeshops gerelateerde delicten in de justitiële documentatie vaak opgemerkt: ‘Handelen in het kader van de exploitatie van een coffeeshop’. Hiermee geeft het OM al jaren aan niet zo zwaar te tillen aan een dergelijke overtreding.
Aanpak van (tussen)handelaren?
In een ander antwoord blaast de minister de bestraffing van softdrugsdelicten verder op. Hij stelt dat (tussen)handelaren gewoon worden gestraft en die straf kan oplopen tot maar liefst 6 jaar als het gaat om bedrijfsmatig handelen.
Van bedrijfsmatig handelen is in de jurisprudentie al snel sprake. Er wordt door rechters vaak verwezen naar de vijf planten-regel uit het gedoogbeleid. Dit jaar zal de strafrechter het growshopverbod preciseren en een draai geven aan het begrip bedrijfsmatige teelt. Van een grote hoeveelheid is sprake als je meer dan 500 gram of meer dan 200 planten hebt. Dit is iets anders dan bedrijfsmatig handelen, omdat dit een begrip is dat door de rechter wordt ingevuld. In de praktijk blijkt dat bij bedrijfsmatig handelen in veel gevallen geen hoge straffen worden opgelegd en je meer moet uitkijken voor een ontnemingsvordering.
Is cannabis schaars geworden?
De minister weet niet of wiet in Nederland schaars is. Wel bevestigt hij dat vanuit Spanje cannabis naar Nederland wordt ingevoerd. Iedereen die betrokken is bij coffeeshops weet dat de laatste tijd wiet flink duurder is geworden en er vaak moeilijk aan te komen is. Dat geldt zeker voor de betere kwaliteit. Er wordt zelfs tot 8.000€ per kilo betaald. Het lijkt er dus wel degelijk op dat sprake is van een schaars goed. Dit is de reden dat import nodig is om aan de vraag te voldoen.
De politie onderschrijft deze prijsstijging en wijdt dit aan de intensieve justitiële aanpak.
De prijsverschillen voor de verkoop binnen en buiten Nederland zijn lang niet zo groot als vroeger. Door deze ontwikkeling is er reden om te twijfelen aan de bewering dat export op grote schaal nog steeds aan de orde van de dag is.
Toch houdt de minister vast aan zijn bewering dat er op grote schaal wiet wordt geëxporteerd vanuit Nederland. Dit is namelijk het enige argument tegen regulering van de achterdeur. Regulering van de achterdeur lost het probleem van grootschalige teelt niet op omdat de meeste wiet naar het buitenland verdwijnt, beweren tegenstanders. Deze stelling is op drijfzand gebaseerd. Het is uitsluitend halsstarrige politieke onwil die aan regulering in de weg staat.
Voor het overige houdt de minister vast aan zijn rigide standpunt waarvan de onhoudbaarheid in de praktijk al tientallen jaren een gegeven is. Weer heeft hij het over kleinschaligheid en de eis dat de coffeeshopexploitant zich stipt moet houden aan de strikte voorwaarden.
Dat dit in de verste verte niets te maken heeft met de noodroep van mijn cliënt dat hij met zijn goede gedrag weer met €50.000 cash op pad moet om aan wiet te komen is voor iedere lezer zonneklaar. Kortom, de sleetse bewoordingen van de minister hebben weinig tot niets te maken met de dagelijkse weerbarstige werkelijkheid van de coffeeshops.
Amsterdam, 19 januari 2015