Ministerie denkt in geheim over regulering cannabisteelt
Door Maurice Veldman | 03-06-2016
Soms word je aangenaam verrast door initiatieven van anderen die handig gebruik maken van de mogelijkheden die de wet biedt. Een journalist van Reporter deed een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur om informatie te krijgen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie over nut en noodzaak van de bestrijding van cannabisteelt. De resultaten werden deze week gepubliceerd.
De documenten bieden een aardig kijkje in de keuken van het ministerie en inzicht in het denken van de ambtenarij als het gaat om de toenemende roep om regulering van de cannabisteelt ter bevoorrading van coffeeshops.
Reguleren of bestrijden?
In de documenten staat de vraag centraal of reguleren of domweg doorgaan met het bestrijden van cannabisteelt ten behoeve van coffeeshops de voorkeur verdient.
Rechters wijzen de minister de weg
In de pogingen vorm te geven aan een oplossing voor een (deels) zelf gecreëerd probleem, speelt de toenemende druk van de rechterlijke macht een prominente rol. Rechters wijzen er immers op dat de overheid zelf debet is aan het ontstaan van criminele organisaties door de ogen te sluiten voor de noodzaak van teelt en bevoorrading van coffeeshops. Dit oordeel is hard aangekomen binnen de burelen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Opstelten naar het rariteitenkabinet
Langzamerhand ontstaat achter de schermen het politieke besef dat de redeloze en weerbarstige Opstelten-doctrine zijn langste tijd gehad heeft. Zelfs binnen de VVD neemt de roep om regulering toe. Tijdens het laatste VVD-congres deed de liberale achterban een oproep aan het partijbestuur om pleitbezorger te worden van regulering. VVD-godfather Bolkestein is samen met de Britse miljardair Sir Richard Branson een van de grote pleitbezorgers van een gereguleerde productieketen van cannabis. Maar liefst 80 procent van de VVD-kiezers is voorstander van regulering. In de partij wordt terecht gevreesd voor verlies van stemmen als de huidige ramkoers wordt voortgezet. Liberalen zijn gesteld op een goed gevulde schatkist en fiscalisering van de productieketen van cannabis zou daarbij een welkome aanvulling betekenen.
Joint Regulation
Van politiek belang is, naast deze kennelijke koerswijziging van de VVD, de landelijke roep om regulering door 58 burgemeesters van gemeenten. Deze groep bestuurders, waaronder de burgemeesters van de G4, steunen het manifest Joint Regulation. Ook de VNG is pleitbezorger van een oplossing voor de illegale teelt ten behoeve van coffeeshops. De toenemende internationale versoepeling bij de aanpak van cannabisteelt speelt in de discussie ook een rol.
Europese liberalisering
In heel Europa zit men met de handen in het haar over het dilemma dat enerzijds bezit van cannabis voor eigen gebruik feitelijk straffeloos is verklaard en anderzijds de productie en aanvoer nog steeds strafbaar is gesteld. In de ambtelijke discussie wordt gesignaleerd dat regulering op grond van de huidige wettelijke ontheffingsmogelijkheden – dat zijn geneeskundige en wetenschappelijk doeleinden – niet mogelijk is. Dat komt omdat deze twee alternatieven heel strikt worden uitgelegd en niet de belangen van de volksgezondheid in algemene zin omvatten.
De basis moet worden gevonden in een aanpassing van de Aanwijzing Opiumwet.
Taskforce beleidsalternatieven wil het roer om
Op ambtelijk niveau wordt serieus nagedacht om softdrugsteelt te reguleren. Dit blijkt het duidelijkst uit welgeteld één pagina in de stukken die dankzij Reporter gepubliceerd zijn. Deze stukken zijn afkomstig van de ‘Taskforce beleidsalternatieven’ van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze taskforce stelt voor de teelt van softdrugs toe te laten op basis van vergunningen onder strikte voorwaarden.
De gevolgen van zo’n regulering zijn legio: aanzienlijke besparingen bij politie en justitie, een einde aan brandgevaar in verborgen kwekerijen die ook niet langer illegaal energie aftappen, zo is de gedachte.
Vanwege het ontbreken van een politieke meerderheid worden deze plannen realiseerbaar op termijn van drie tot vijf jaar, aldus de ambtelijke denktank. Weggelakte delen in de nota ‘haardvuursessie’ wijzen erop dat tijdens een besloten bijeenkomst (kennelijk rond een open haard) er veel is besproken dat wij nog niet mogen weten.
Belasting heffen
In de stukken van de Taskforce wordt overigens de curieuze stelling ingenomen dat het heffen van belasting op cannabis criminele organisaties in de kaart zou spelen. Die zouden daardoor een betere concurrentiepositie krijgen omdat de inkoopprijs hoger wordt. Dat lijkt me aperte onzin. De huidige productiekosten van cannabis bedragen een fractie van de marktprijs. Er is dus een royale marge om belasting te heffen. De inkoopprijs wordt nu bepaald door krachten op de illegale markt waardoor deze duizenden euro’s per kilo hoger ligt dan de werkelijke productiekosten. Dit biedt grote kansen voor de Belastingdienst.
Entrepreneurs aan de slag
Wat hebben bonafide ondernemers voor de komende tijd nu precies aan deze geschetste ontwikkeling? Kunnen coffeeshophouders maar beter alvast zelf beginnen met een eigen gecontroleerde teelt voor hun bedrijven? Dat moet ieder voor zichzelf bepalen. Bij ondernemers met een pioniersgeest (en dat zijn vaak de besten) jeuken de handen. Als ze in aanloop op wettelijke regulering of legalisering het initiatief naar zich toe trekken hebben ze in ieder geval de juridische en politieke wind mee, zo lijkt het.
Amsterdam, 1 juni 2016