De Groene en het FD zetten coffeeshops te kijk
Door Maurice Veldman | 12-07-2017
Je zou van kwaliteitskranten als het Financieel Dagblad en De Groene Amsterdammer niet verwachten dat ze met tendentieuze berichtgeving en goedkope stemmingmakerij de hele cannabisbranche in de criminele hoek proberen te trappen. Toch gebeurde dit de afgelopen weken tot twee keer toe. Mr. Maurice Veldman laat deze week zijn licht schijnen over de zoveelste poging om de cannabisbranche in het verdomhoekje te drukken.
De vrijzinnige Groene Amsterdammer is in goeden doen mijn favoriete opinieweekblad. Het blad liet in het verleden altijd een krachtig geluid horen ten gunste van de legalisering van cannabis en de ’totale emancipatie van de rokende medemens’ (zoals het zo treffend stond geschreven in een Groene-artikel uit 1997 van Mohamed El-Fers en René Zwaap over het ‘lachkruid’). Het Financieele Dagblad (FD) behoort eveneens tot mijn vaste leesvoer met zijn vaak lucide, zakelijke analyses.
Mijn teleurstelling was daarom des te groter toen De Groene en het FD onlangs met veel trommelgeroffel een gezamenlijk onderzoek naar de cannabisbranche presenteerden dat linea recta leek te zijn ontsproten aan het obscurantistische universum van de calvinistische Bible belt.
De twee journalistieke grootinquisiteurs die voor het onderzoek tekenden, beginnen hun epistel met een soort beginselverklaring. ‘Alle 570 coffeeshops legden we onder het vergrootglas door data te verzamelen over exploitanten, vastgoedeigenaren en hypotheekverstrekkers.’ Aanleiding voor de speurneuzerij van deze verontruste journalisten is hun stelling dat de Eerste Kamer op het punt staat in te stemmen met ‘legalisering van de gehele branche, inclusief bestaande verkooppunten.’
Legalisering versus regulering
Daarmee wordt de plank direct flagrant misgeslagen. Immers: met de nieuwe wet wordt helemaal niets gelegaliseerd, aangezien dat ook helemaal niet kan vanwege allerlei verplichtingen uit internationale verdragen. De initiatiefwet van D66 beoogt alleen de achterdeur te reguleren, een subtiel verschil dat voor deze Woodward en Bernstein van het coffeeshopwezen kennelijk een verwaarloosbaar detail is. Het wetsvoorstel gaat niettemin echt niet om meer dan het gedogen van de teelt en aanvoer van cannabis naar coffeeshops. Dat een vrijzinnig blad als De Groene daartegen kan zijn, is in tegenspraak met alle libertair-liberale beginselen die het blad sinds de oprichting in 1877 heeft gekoesterd. Je zou bijna denken: hebben de auteurs iets verkeerds gerookt?
Een huisbaas is geen coffeeshophouder
Veel nadruk legt het duo op vastgoedeigenaren die aan coffeeshops bedrijfsruimtes verhuren. Als een vastgoedeigenaar criminele banden heeft worden coffeeshophouders zonder onderscheid des persoon vereenzelvigd met de handel en wandel van deze vastgoedeigenaren, aan wie ze alleen maar huur betalen.
Kennelijk zijn deze journalisten ziende blind voor het feit dat een horecaexploitant het nu eenmaal niet voor het uitkiezen heeft wie de eigenaar is van het pand waarin hij zijn nering drijft. Onze brave speurders deert die kennis niet. Een criminele pandeigenaar impliceert een criminele coffeeshophouder, zo suggereert hun tendentieuze artikel. Guilty by association, heet dat zo mooi in het Engels.
Geconcludeerd wordt dat de boven- en onderwereld vermengd zijn en dat sprake is van belangenverstrengeling. De cannabisbranche is vanzelfsprekend de onderwereld en de banken fungeren als bovenwereld.
Banken in de wiet
Een tweede punt van aandacht is de verstrengeling van banken met coffeeshops. In het artikel wordt gesuggereerd dat banken op intensieve wijze betrokken zijn bij coffeeshops door de financiering met hypotheken. Deze bevinding is er eentje uit de oude doos, want de tijden dat banken coffeeshops financieren zijn uit een heel ver en grijs verleden. Het tegendeel is het geval.
Minimale financiële dienstverlening
Banken beschouwen coffeeshops tegenwoordig als ondernemingen die lijden aan een ernstige vorm van melaatsheid en die daarom als de pest moeten worden gemeden. Dagelijks schrijf ik banken aan omdat coffeeshops zo’n beetje alle mogelijke vormen van financiële dienstverlening worden geweigerd. Er wordt nooit toestemming gegeven voor uitbreiding van de financiële dienstverlening. Hypotheken verstrekken aan coffeeshopexploitanten is uit den boze. Een cliënt in Hilversum wordt een pinautomaatpas geweigerd omdat hij hiervoor een nieuwe rekening moet openen. Tegelijkertijd verwijten banken dat er te veel contante geldstromen rondgaan in coffeeshops. Op alle fronten proberen banken het coffeeshops zo moeilijk mogelijk te maken.
Deze realiteit staat in schril contrast met de suggestie uit het artikel.
Coffeeshophouders en strafrechtelijke veroordelingen
De twee vlijtige schrijvers poogden ten slotte een ‘beeld te krijgen van de ‘achterkant’ van de coffeeshop.’ Daartoe ‘telden wij (…) het aantal strafrechtelijke antecedenten, bij zowel exploitanten als pandeigenaren en hypotheekverstrekkers van actieve coffeeshops.’ Wat een crimineel antecedent van een huisbaas te maken heeft met de achterdeur van coffeeshops blijft onduidelijk.
Wat bleek? Bij iets minder dan de helft was sprake van strafrechtelijke overtredingen variërend van overschrijding van de handelsvoorraad tot witwassen, wapenbezit ‘of erger.’ Er wordt niet uitgelegd of deze bevindingen betrekking hebben op coffeeshopexploitanten, pandeigenaren of hypotheekverstrekkers. Dat een veroordeling wegens witwassen in geen geval voor rekening van een coffeeshop eigenaar kan komen moge duidelijk zijn. Hiervoor is nou juist de Wet Bibob geschreven.
Allerlei onzin bij elkaar
Coffeeshophouders belanden in de criminele hoek vanwege het strafrechtelijk verleden van hun huisbazen. Dit is echt alle gekheid op een stokje.
Ik las ten slotte een reeks van feitelijke onjuistheden, zoals de bewering dat een coffeeshop in eigendom zou zijn van een Italiaanse maffioos die banden met de Napolitaanse maffia onderhoudt. Hij zou gestolen Van Gogh schilderijen in zijn woning hebben hangen. Deze man is huisbaas en absoluut geen eigenaar van de bewuste coffeeshop, pertinente onzin dus.
En zo bestaan twee kwaliteitsmedia die echt beter konden weten het om cannabisondernemers de criminele hoek in te trappen. Martin van Amerongen, de betreurde hoofdredacteur van De Groene, zal zich in zijn graf omdraaien bij zoveel Staphorster pathos in de kolommen van zijn geesteskind.
Wijze woorden van de Amsterdamse rechtbank
De journalisten zouden er goed aan doen de volgende uitspraak van de Amsterdamse rechtbank ter harte te nemen toen in een zaak van mij over een stash moest worden geoordeeld:
‘De overheid stelt dan dat dit traject van de handel in handen is van georganiseerde criminaliteit maar gaat er aan voorbij deze situatie zelf gecreëerd te hebben en het voortbestaan ervan in de hand te werken.’
En zo is het maar net. Dat betekent ook dat de overheid een verantwoordelijk heeft om bonafide ondernemers die van de geboden mogelijkheden gebruik maken ruimte gunt om er het beste van te maken. De initiatiefwet van Vera Bergman is daar een prima middel toe. Wat een tegenvaller dat dit idee nu wordt tegengewerkt vanuit de hoek van de progressieve media met argumenten die kant noch wal raken.