Ondermijning & regulering
Door Maurice Veldman | 15-11-2018
‘Ondermijning’, dat is de nieuwe toverformule waarmee justitie grootscheepse politie-invallen doet in het kader van de Growshopwet. Deze keer staat het vizier op de ‘bovenwereld’. Maar de overheid is zelf de grote ondermijner in het streven naar regulering van de cannabismarkt. Mr. Maurice Veldman over het net verschenen concept Algemene maatregel van Bestuur voor het experiment regulering gesloten coffeeshopketen.
Ondermijning is de nieuwe strijdkreet waarmee de overheid als Sint Joris ten strijde trekt tegen de Grote Cannabis Draak. Dit keer staat het vizier op de zogeheten bovenwereld: bedrijven en burgers die worden beticht van de facilitering van de georganiseerde hennepteelt – dat kunnen leveranciers van kweekbenodigdheden zijn, tuinbouwbedrijven, exploitanten van bedrijfsruimte, en zo meer – zijn op dramatische manier de pineut in dit nieuwe offensief.
In de onderwereld weet Justitie weinig succes te boeken bij de bestrijding van georganiseerde misdaad. Daarom zoekt zij nu haar heil in de bovenwereld. Een verhuurder beschuldigen van vals spel is uiteindelijk veel makkelijker dan een groot wiethok opsporen.
Wat opvalt is dat daarbij allerlei aannames worden gedaan die als vanzelfsprekend hebben te gelden, maar waarbij grote vraagtekens kunnen worden gezet. Bonafide verhuurders worden ervan beticht wetenschap te hebben dat in hun bedrijfsloods een hennephok is gehuisvest. Op de Amsterdamse zender AT5 werden invallen bij twee tuincentra gefilmd met een man die een thermometer wilde kopen en weer naar huis werd gestuurd. Dergelijk machtsvertoon getuigt van een triest staaltje in de strijd tegen ondermijning. Burgemeesters spelen voor rechter door panden te sluiten. Na enige tijd blijkt er helemaal geen zaak te zijn en krijgen deze verhuurders schadevergoeding.
Wie ondermijnt hier wie?
Ondermijnend is het handelen van Justitie zelf, zoals het wegcijferen van harde feiten door het WODC, het ‘onafhankelijke’ wetenschappelijk bureau van Justitie. In opdracht van toenmalig justitieminister Opstelten moest er in de rapporten van dit bureau onderzoeksbevindingen worden aangepast omdat deze feiten de bewindsman niet uitkwamen in de discussie rond de wietpas. Hier werd de wetenschap ondermijnd. En het recht. Maar de klokkenluider van dit schandaal werd deze maand nogmaals de hoek ingetrapt door Justitie. De klokkenluider adviseert ambtenaren om maar niets naar buiten te brengen als er gemanipuleerd wordt door hogerhand. Je krijgt het zelf aan de stok met de overheid in plaats van dat de overheid zich moet verantwoorden.
Ondermijnend is het feit dat justitie al 42 jaar de georganiseerde misdaad in het zadel helpt door jaarlijks meer dan 500 vergunningen uit te geven om wiet te verkopen die niet mag worden aangevoerd. Een effectiever werkgelegenheidsplan voor de onderwereld is niet te bedenken. De reusachtige vraag naar cannabis door coffeeshops, die uiteindelijk moeten worden bevoorraad, smeekt om regulering. Hier liggen ook kansen, zeker nu legalisering van cannabis mondiaal in snelle ontwikkeling is.
Maar het ontbreekt Rutte III aan politieke moed. Deze week presenteerde Justitie het concept van een Algemene maatregel van Bestuur voor het experiment regulering gesloten coffeeshopketen. Een op zich slim stukje wetgeving van wetgevingsjuristen die weinig verstand hebben van deze materie, maar het experiment is zo kleinschalig (slechts tien gemeenten mogen meedoen) dat het niet meer is dan een doekje voor het bloeden, of een schaamlap voor een volstrekt falend beleid.
Eisen voor de telers
Telers kunnen zich aanmelden met een aanvraagformulier en moeten met een bedrijfsplan een gemotiveerde beschrijving geven waarin staat hoe zij invulling kunnen geven aan de eisen die worden gesteld aan de teelt, de teeltlocatie en de distributie. Er mogen maximaal tien telers aan de slag die minimaal tien soorten leveren. De keus van te leveren soorten is aan coffeeshops. De locatie waar wordt geteeld moet adequaat beveiligd zijn. Als een teler zijn bedrijf overdraagt gaat de toestemming om te telen niet over.
Land- en Tuinbouw Organisatie ruikt haar kansen
Telers moeten handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf in Nederland. Hier zit hem de crux. In de wereld van coffeeshops klinken vaak geluiden van coffeeshops die zelf willen telen. Dat gaat hem dus niet worden, zo vermoed ik. De Land en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) lobbyt bij het ministerie om deelname aan de LTO als voorwaarde te stellen om een aanvraag te kunnen indienen. Dat is zo gek nog niet om alleen agrarische ondernemers die lid zijn van een belangenorganisatie als deelnemer toe te laten tot het experiment. Coffeeshophouders die ook willen telen zouden lid moeten worden en als agrarisch ondernemer een gooi moeten doen naar deelname aan het experiment.
Eisen aan de coffeeshops
Cannabis wordt in pakjes van maximaal vijf gram aangeleverd en moet in deze verpakking worden verkocht. In de coffeeshop mag een pakje worden opengemaakt om de topjes aan het publiek te tonen.
Aan coffeeshops worden en passant nog andere eisen gesteld. Deelnemende coffeeshops mogen uitsluitend cannabisproducten verkopen die afkomstig zijn van de telers. Zij mogen een handelsvoorraad van een verkoophoeveelheid van een week hebben. Dat is pure winst omdat de coffeeshops naast deze handelsvoorraad ook nog eens voorraad in de teeltlocatie mogen aanhouden als deze is besteld.
Er is berekend dat het aantal deelnemende coffeeshops op basis van tien gemeenten circa 54 is.
Grotere handelsvoorraad voor alle coffeeshops
Dit moet voor coffeeshops die niet deelnemen aan het experiment een uitnodiging zijn om te lobbyen voor meer handelsvoorraad. Temeer omdat het inmiddels een openbare orde probleem is geworden voor veel coffeeshops om dagelijks vele keren bijvullers over de vloer te hebben die evenzovaak over straat gaan met onsjes cannabis. Het risico om overvallen te worden neemt met de dag toe. Dit zou aanleiding moeten zijn om de handelsvoorraad uit te breiden omdat 500 gram een voorraad is die tientallen jaren geleden uitkomst bood maar nu niet meer.
Eisen aan het personeel
In telersruimtes en in coffeeshops komt een kluis waarin de cannabis wordt bewaard. Werknemers worden getraind om voorlichting te geven. Preventie en het signaleren van problematisch gebruik zijn de doelstellingen. De consument krijgt goede voorlichting over verslaving en over de gevaren van het roken van cannabis.
Loting bij meer dan tien aanvragers
Bij meer dan tien geschikte aanvragers vindt loting plaats. De wijze van loting wordt bij ministeriële regeling ingevuld. Loting is wel vreemd als je je bedenkt dat de beste telers voorrang moeten krijgen. Met een goed bedrijfsplan moet de aanvrager aantonen dat hij minimaal tien soorten kan telen vanaf het begin van het experiment.
Verklaring omtrent gedrag voor alle betrokkenen vereist
Zowel de aanvrager als alle personeel moeten beschikken over een Verklaring Omtrent Gedrag.
Toezichthouders zijn afkomstig uit de gemeente en telersorganisaties.
Strenge eisen aan de verpakking
Telers zorgen voor de verpakking van cannabis. De eisen die aan verpakking worden gesteld worden bij ministeriële regeling vastgesteld. De verpakking moet onvervangbaar verzegeld zijn en voorzien van informatie voor de consument, zoals de vermelding van het THC en CBD gehalte. Als de teler zelf een laboratorium wil dan moet hij hiervoor een ontheffing van de Opiumwet hebben.
Transport streng beveiligd
Het transport van de cannabis moet geschieden middels particuliere geld- en waardetransportbedrijven die over een vergunning beschikken op grond van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.
De telers moeten een sluitende en transparante administratie hebben.
Experiment alleen toegankelijk voor Nederlandse bedrijven
Buitenlandse wiettelers zijn uitgesloten van deelname aan het experiment. Dat zullen met name veel Canadese ondernemers erg spijtig vinden omdat zij van plan waren Nederland te veroveren.
Begeleidings- en Evaluatiecommissie Experiment Gesloten Coffeeshopketen
Er wordt een ‘Begeleidings- en evaluatiecommissie experiment gesloten coffeeshopketen’ ingesteld. Deze commissie volgt het experiment en voert de evaluatie uit. Een onderzoeksteam rapporteert aan de commissie. Dit onderzoeksteam meet de effecten van bijvoorbeeld de volksgezondheid, criminaliteit en openbare orde.
Wordt het experiment succesvol of niet?
Zeker nu Nederland ver achter de internationale ontwikkelingen aanloopt moet deze poging toch als een verademing worden beschouwd. Maar zoden aan de dijk gaat het natuurlijk niet zetten. Zo’n qua schaal futiel experiment, met slechts tien gemeenten die worden toegelaten tot het experiment, betekent dat de komende zes jaar een reusachtige markt van aanbieders van cannabis noodgedwongen zaken moet blijven doen met de georganiseerde misdaad. Coffeeshops hebben geen keus, maar zij willen niets liever dan op een legale wijze hun wiet inkopen. Dat is ondermijning. De teelt van cannabis is dankzij de overheid uitgegroeid tot een niet meer te stoppen industrie. Dat is de echte ondermijning.