Viva la Maria in España?
Door VVS Advocaten | 27-05-2014
Regulering cannabisclubs Catalonie en Baskenland:
De strijd om de liberalisering van de strenge drugsregels loopt ook in Spanje langs politieke lijnen. Waar, nationaal, de conservatieve Partido Popular categorisch tegen het vieren van de teugels blijft, stemt de oppositie over het algemeen voor een meer geliberaliseerd softdrugsbeleid. In Madrid trekt de PP aan de touwtjes, maar in de gewesten waar de PP in de oppositiebankjes zit bouwt het regionaal gezag aan wettelijke middelen om het drugsbeleid te liberaliseren.
Zo kan het gebeuren dat in Baskenland en Catalonië regelgeving in de maak is waarmee de honderden cannabisclubs gereguleerd moeten gaan worden, terwijl tegelijkertijd vanuit het door de PP gedomineerde Madrid nationale regelgeving wordt uitgevaardigd die moet leiden tot actieve strafvervolging van dezelfde cannabisclubs. Als het aan de PP ligt worden ook bij de bestuursrechtelijke bestrijding van de niet strafbare cannabisproductie en – consumptie zwaardere dwangmiddelen ingezet en hogere boetes opgelegd.
Cannabisclubs opereren in juridisch vacuüm:
Het gebruik van cannabis en de teelt daarvan voor eigen gebruik is niet strafbaar (geen overtreding Codigo Penal) en valt (meer om juridisch technische redenen) ook niet onder het bereik van de bestuursrechtelijke verbodsbepaling (geen overtreding Ley de Proteccion de la Seguridad Ciudana). Het gebruik van cannabis valt wel onder de bestuursrechtelijke verbodsbepaling als dit in het openbaar geschiedt.
De activiteiten van de Spaanse cannabisclubs zijn gestoeld op de gedachte dat in het verlengde van het voorstaande de teelt voor eigen gebruik in besloten clubverband geen strafbaar feit oplevert. Het openbaar ministerie is het daar niet mee eens en dreigt de jacht op de cannabisclubs te openen.
De pleitbezorgers voor het bestaansrecht van cannabisclubs beroepen zich op jurisprudentie van de Spaanse Hoge Raad. Deze heeft een aantal uitzonderingssituaties geaccepteerd, waarbij strafrechtelijke normschending onbestraft moet blijven. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als het gaat om gedeeld gebruik onder drugsverslaafden, of in geval van de verstrekking van kleine gebruikshoeveelheden aan drugsverslaafden.
Er is aldus wettelijk en jurisprudentieel ruimte ontstaan in de drugswetgeving om handelingen te verrichten die formeel wel onder het bereik van de verbodsbepalingen zouden kunnen vallen, maar die de facto niet vervolgd worden. In die ruimte – men zou ook kunnen spreken van een juridisch vacuüm – is de cannabisclub tot ontkieming gekomen. En in deze ruimte heeft over de hele linie de cannabisindustrie ruimte gevonden om voorzichtig, maar toch steeds nadrukkelijker, de klauwen in de grond te houwen en de vleugels uit te slaan.
Onstuimige groei van de cannabisindustrie:
Parallel met de intensivering van het liberaliseringsdebat en de opkomst van de cannabisclubs, heeft Spanje zich de laatste jaren ontwikkeld tot een van de belangrijkste cannabisproductiezones van de EU. In Andalucia, Murcia, Catalonië, Aragon en bovenal Valencia -vooral in Alicante – wordt grootschalig wiet geteeld. De anti drugsafdeling van de Guardia Civil beklaagt zich erover dat de grote plantages vooral door Nederlanders worden gerund. De Nederlandse expertise zou vooral in de regio Alicante grootschalig worden ingezet. De productie zou in hoofdzaak bestemd zijn voor de Nederlandse markt.
In alle opzichten dreigt de situatie in Spanje uit de hand te lopen. Verschillende cannabisclubs – er zijn er inmiddels zo’n 600- hebben massa’s leden waarvoor op grote schaal geproduceerd moet worden. Er zijn clubs die toeristen uitnodigen om tijdelijk lid te worden. Om evidente redenen wordt Barcelona door sommigen het Nieuwe Amsterdam genoemd. De nieuwe regelgeving vanuit Madrid, maar ook de zelfregulerende regelgeving van de autonome gebieden zal tot doel hebben deze zaken te beteugelen. Grootschaligheid lijkt onverenigbaar met de normen die in 2014 nationaal en regionaal zullen worden geformuleerd.
Strafrechtelijke vervolging van cannabisclubs
Het is in ieder geval duidelijk dat de hoogste baas van het openbaar ministerie (Fiscalia General del Estado) genoeg heeft van de ongebreidelde groei van de cannabisindustrie. Hij draagt zijn officieren van justitie dan ook op strafvervolging in te stellen tegen de vele, door hem juridisch categorisch gediskwalificeerde, cannabisclubs, zodra die overgaan tot daadwerkelijke teelt ten behoeve van haar leden. De Spaanse PG heeft in augustus vorig jaar een instructie uitgevaardigd waarmee hij aangeeft aan de hand van welke criteria de officieren moeten beslissen wanneer wel en wanneer niet moet worden opgetreden.
De Procureur Generaal stelt tot uitgangspunt dat teelt en productie van cannabis alleen kan worden toegestaan met vergunning van de staat. De staat heeft immers verdragsrechtelijk het monopolie waar het gaat om de productie, opslag en distributie van verdovende middelen ten behoeve van laboratoria, ziekenhuizen en geautoriseerde distributeurs. Wie cannabis wil kweken of in bezit wil hebben behoeft wettelijk vergunning van de overheid (Servicio de Control de Estupefacientes en Agencia Espanola de Medicamentos y Productos Sanitarios).
De teelt en het bezit van cannabis – ook voor eigen gebruik- is dus in de visie van de Spaanse PG verboden en levert in ieder geval een delict op tegen de volksgezondheid. Deze normschending kan worden beboet met een bestuursrechtelijke boete van 300,00 tot 30.000 Euro. Als het OM geen aanleiding ziet om strafrechtelijk op te treden tegen vastgesteld bezit of beperkte teelt, bijvoorbeeld omdat dit voor eigen gebruik is en de handelsindicatie ontbreekt, kan dus nog steeds bestuursrechtelijk worden opgetreden, door oplegging van genoemde boetes.
Als wel sprake is van een handelsindicatie en de handeling dus wel onder de strafrechtelijke verbodsbepalingen valt, zal het openbaar ministerie (strafrechtelijk) optreden. Dan is sprake van een overtreding waarop gevangenisstraf van een tot drie jaar en forse geldboetes gesteld zijn.
Teelt en verstrekking van cannabis binnen gesloten clubverband valt buiten de door de Spaanse Hoge raad geformuleerde grenzen en wordt strafrechtelijk vervolgd.
De vraag of de teelt en verspreiding van cannabis binnen gesloten clubverband moet worden toegestaan wordt door de PG beoordeeld aan de hand van de door de Hoge Raad geformuleerde uitzonderingscriteria. Het gaat in de lezing van de PG om 1: drugsverslaafden (ook weekeindgebruik), die 2: binnen een gesloten ruimte (onmiddellijk) drugs gebruiken, waarbij het gaat om 3: verwaarloosbare kleine hoeveelheden die normaal sporadisch gebruik niet te boven gaat. En het moet gaan om 4: een kleine, identificeerbare groep van drugsafhankelijken.
Hiermee zijn, wat betreft de PG, de grenzen gesteld. Met hun activiteiten treden de cannabisclubs buiten deze streng geformuleerde grenzen. De PG geeft dan ook opdracht aan de Officieren van Justitie om strafrechtelijk op te treden tegen de cannabisclubs zodra die feitelijk uitvoering geven aan hun doelstellingen. De Fiscalia General stelt zich op het standpunt dat verspreiding onder de leden van een vereniging beschouwd moet worden als een strafrechtelijke overtreding, zodat de betrokkenen bij cannabisclubs wat hem betreft getrakteerd kunnen worden op een verblijf van enige duur in de ‘sombra’. Waar dat aan de orde is moet daarbij onderzocht worden of sprake is van een verboden organisatie in de zin van de strafwetgeving.
Verhoging van de bestuursrechtelijke boete voor niet strafbaar bezit of teelt van cannabis.
Naar vermoed moet worden ook ter bestrijding van de cannabisclubs bereidt het centraal gezag strafverzwarende maatregelen voor, voor het bezit en gebruik van cannabis in het openbaar. De Wet tot Bescherming van de Burgerlijke Veiligheid (La ley de Proteccion de la Seguridad Ciudana) stelt wel een bestuursrechtelijke geldboete op het bezit of gebruik in het openbaar van drugs, waaronder dus ook cannabis. In de geldende wet bedraagt de minimale boete € 300,51 ( 50.000 pesetas). Maximaal kan een boete van € 30.050,61 worden opgelegd. Maar wie straks met een jointje wordt gesnapt kan, als het aan de PP ligt, ten minste € 1001,00 euro afrekenen. Wie een wietplantje voor zijn raam heeft staan kan een zelfde lot beschoren zijn.
Genoemde wet biedt de overheid armslag om op te treden, als sprake is van drugsbezit en gebruik zonder dat sprake is van een strafrechtelijke normschending (in verband met eigen gebruik). Met deze wetswijziging lijkt het centrale gezag instrumenten te willen creëren om de cannabisclubs aan te pakken. Naast de hoge geldboetes moet de nieuwe regelgeving het namelijk mogelijk maken dat vergunningen worden ingetrokken en ruimtes worden gesloten als daar drugs wordt gebruikt.
Catalonië komt over een aantal weken met wetgeving. Madrid werkt aan eigen regels. Waar de strafvervolgingsinstructies van de Spaanse OM-top toe gaan leiden gaan we zien. Het valt te vermoeden dat de strijd tussen de joint fighters en de joint lovers nog in 2014 in alle hevigheid zal worden uitgeknokt.
Bob Vink advocaat