Den Haag, 6 oktober 2014. Op deze herfstachtige middag vond een rondetafelgesprek plaats tussen de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en een aantal experts die waren uitgenodigd om hun visie te geven op het meest zinloze en kansloze hersenspinsel van de minister van Veiligheid en Justitie. Ik doel op de maatregel om het bezit van cannabis met meer dan 15% THC tot een harddrugdelict te maken en de straf voor een coffeeshophouder voor het bezit van deze cannabis gelijk te stellen aan die voor de heroïnedealer. Centrale doelstelling is niet het beschermen van de volksgezondheid, maar het opleggen van langdurige gevangenisstraffen aan coffeeshophouders.

Klinkt lekker voor mensen die coffeeshophouders als leden van criminele organisaties zien, want dat doen de dames en heren op het ministerie van Veiligheid en Justitie. Daarvoor hoef je niet veel Bibob-adviezen door te lezen.

Ik was één van de genodigden en doe deze week verslag van deze expert-meeting. Het was bijzonder interessant om deskundigen afkomstig uit veel verschillende vakgebieden te horen uitleggen dat de maatregel zinloos is en tot averechtse effecten zal leiden. Bovendien is de maatregel onuitvoerbaar. Dat heb ik in eerdere columns ook betoogd, maar het is altijd leuk om steekhoudende argumenten van anderen te horen. En die waren er gisteren in overvloed.

De sterkte van cannabis daalt al jaren

De sterkte van cannabis neemt de laatste jaren af. Het leeuwendeel van de verkochte cannabis dat in coffeeshops wordt verkocht bevat minder dan 15% THC. Aan de noodzaak tot invoering van de maatregel kan dus op goede gronden worden getwijfeld.

Vertegenwoordigers van het NFI, het Douane-lab en het Trimbos instituut voerden aan dat het testen van cannabis op THC gehalte om tot een betrouwbare uitslag te komen niet goed mogelijk is. Er is geen meetapparatuur die tot eenduidige uitkomsten leidt. In de rechtszaal zal dit leiden tot contra-expertises en bergen bewijsproblemen voor de officier van justitie. Ik zie al vele vrijspraken aan de horizon gloren. Maar zover zal het niet komen.

Het probleem is niet zozeer de meetmethode, maar de cannabisplant. Een stukje met veel hars bevat meer THC dan een plantendeel zonder veel hars. Er ontstaan dus compleet verschillende uitkomsten van dezelfde plant.

Het NFI heeft de handen vol aan synthetische drugs. De hele afdeling verdovende middelen bestaat uit slechts 23 medewerkers. Er kan dus maar zeer beperkt worden gemeten. De toehoorder was er snel van overtuigd: dat wordt niks in de praktijk.

Er werd gewezen op het feit dat verschillen in gebruik veel groter zijn dan die in metingen. Het cannabis gehalte in een joint is veel bepalender voor het THC gehalte dat wordt geconsumeerd dan het THC gehalte zelf. Veel cannabis en weinig tabak geeft meer THC. Je hoeft geen Einstein te heten om dat te begrijpen. Je moet Opstelten heten om hier niets mee te doen.

Openbaar Ministerie staat niet te trappelen om te handhaven

Opvallend was dat vertegenwoordigers van het openbaar ministerie en de nationale politie duidelijk lieten doorschemeren van de 15% maatregel geen halszaak te willen maken. Er zal niet actief op worden gerechercheerd, al was het maar vanwege de onoverzienbare problemen om het gehalte vast te stellen vanwege de niet eenduidige uitkomsten van het THC gehalte in hetzelfde onderzoek van dezelfde plant, de bewijsproblemen als de exploitant wordt gedagvaard voor de rechter en de onwil van eigenlijk iedereen, behalve de minister en zijn staatssecretaris, om deze maatregel te effectueren. De politie heeft wel wat beters doen.

Vooral met de handhaving van de maatregel zal het nooit wat worden, dat betoogde ik al in eerdere columns, maar gisteren werd duidelijk dat ik niet alleen sta met deze mening. Gisteren bleek dat de neiging om niet te handhaven bij justitie erg groot is. In de praktijk zal de maatregel niet worden gehandhaafd omdat dit eenvoudigweg niet kan.

 

De rechter is het zat om nog langer te straffen

 

In de rechtszaal is een toenemende weerzin bij de rechterlijke macht merkbaar als het gaat om het bestraffen van coffeeshop gerelateerde strafbare feiten. Feitelijk wordt er niet meer gestraft voor softdrugsdelicten die worden geconstateerd rond de exploitatie van een coffeeshop. Als de rechter al straft zijn de straffen zo laag dat je niet kunt zeggen dat recht wordt gedaan aan het doel van bestraffing, preventie en vergelding.

Als een rechter toekomstig een coffeeshophouder voor zich krijgt, die zich moet verantwoorden over een paar procent teveel THC in zijn cannabis, dan durf ik te wedden dat deze rechter nooit een straf zal opleggen die past bij een harddrugsdelict. Dit nog afgezien van de bergen bewijsproblemen die tot evenzovele vrijspraken zullen leiden. Rechters zijn het nu al zat en zullen zich er niet voor lenen consequenties te verbinden aan deze doelloze, geldverslindende symboolwetgeving.

Het wordt niks

Aan het einde van het debat waren de Kamerleden ervan doordrongen dat het allemaal geen zin heeft. Het failliet van dit beleid volgt uit het gebrek aan politieke steun en het simpelweg niet uitvoeren van de maatregel. Waar hebben we dit eerder gezien? Juist, het ingezetenencriterium wordt, behalve in de drie Zuidelijke provincies, nergens in Nederland gehandhaafd. En toch staat deze verplichting voor coffeeshophouders in het gedoogbeleid.

 

Amsterdam, 7 oktober 2014